Foto: Charlotte Wolters
Slaege
Dinxperloseweg 26 b
7064 LA Silvolde
Tel: 06 2230 0453
Mail: jthf.steverink@planet.nl
Web: www.slaege.nl
Door Robbie Wolters op 23 - 04 - 2019
De Silvoldse Slaege maakt deel uit van de buurtschap De Kroezenhoek in Silvolde. Dit afgesloten, laaggelegen gebied ligt tussen de Oude IJssel (Aa-strang) en de Keizersbeek. De bodem bevat moerasijzererts in de vorm van zeer harde lagen, beter bekend als oerbanken. Bij het ploegen van de grond komen er brokken oer aan de oppervlakte met een sponsachtige structuur. Daarnaast is de Silvoldse Slaege in het verleden vaak overstroomd, waardoor er een vruchtbare laag slib is afgezet. Dit heeft geleid tot vruchtbaar akkerland, waar lichte rivierklei en bonkig oer samenkomen en ruimte bieden voor het telen van oer-graan.
Jan Steverink vestigde zich in 1978 in de Silvoldse Slaege, toen zijn ouders, Jan van Nelles en Marie Braam, hun boerenbedrijf verhuisden van de Oude Dinxperloseweg 74 naar Dinxperloseweg 26 A, in het kader van de ruilverkaveling. Jan jr. volgde de middelbare landbouwschool in Doetinchem en volgde cursussen in metselen en lassen. Hij specialiseerde zich verder in voeding en bodembeheer. Samen met zijn broer Henri ging hij in maatschap met hun ouders het bedrijf runnen. Henri en Anja woonden in het ouderlijk huis in de Slaege, terwijl Jan en Ingrid ernaast een nieuw huis lieten bouwen. In 1995 ontbonden de broers de maatschap met hun ouders en gingen ieder hun eigen weg: Henri met melkvee en Jan met pluimvee (kalkoenen) en akkerbouw.
Ingrid, die na haar HEAO-opleiding diverse banen had gehad, werkte vanaf 2011 fulltime op het bedrijf met Jan. In datzelfde jaar lieten Jan en Ingrid een woonhuis met bedrijfsruimte bouwen op Dinxperloseweg 26 B. De bouw verliep echter niet zonder problemen. Door wateroverlast bij de steenfabriek werden de stenen pas zes maanden later geleverd, net toen de metselaars in staking gingen. Ook de kunststof kozijnen, ramen en deuren kwamen te laat en in de verkeerde kleur. Uiteindelijk betrokken ze de woning in augustus 1995, en in 1999 breidden ze de stallen en werktuigenloods uit.
Jan was actief in verschillende besturen van de kalkoenbranche, waaronder de integratiecommissie Plukon/Friki, de BAV (Bevordering Afzet Vleeskalkoenen) en de N.O.P. kalkoenhouders. Omdat hij niet alleen afhankelijk wilde zijn van het kalkoenenbedrijf, ontwikkelde hij een grote interesse voor de teelt van oergranen. In 1998 begon hij met de verbouw van wintertarwe voor de kalkoenen en in 2005 schakelde hij over op granen voor menselijke consumptie. Dat jaar verscheen er een artikel over spelt in het John Deere infoblad, wat zijn interesse wekte. Na een bezoek aan een graanteler in het Belgische Wallonië kocht hij zaaigoed en begon hij met de eerste teelt. Ondanks waarschuwingen dat de grondsoort in de Slaege niet geschikt was voor bakwaardige spelt, dacht Jan: “Als ze net over de Duitse grens dat kunnen, moet dat hier ook mogelijk zijn.” Mocht de bakkwaliteit tegenvallen, dan kon het altijd nog als veevoer dienen.
Spelt is een arbeidsintensievere graansoort, omdat de korrels uit het kaf gepeld moeten worden voordat ze gemalen kunnen worden. De eerste oogst van spelt in augustus 2006 was veelbelovend. Het meel werd gemalen op de Varsseveldse molen, maar omdat deze alleen op windenergie draaide, ontstonden er problemen bij windstilte. Jan vond uiteindelijk een oplossing bij molenaar Frans Gunnewick van korenmolen De Vier Winden in Vragender. Na het malen kon Frans bevestigen dat het graan een uitstekende bakkwaliteit had.
Met deze bevestiging nam Jan contact op met bakker Bert Navis van bakkerij Ten Have in Silvolde. Hij bracht Bert meel van de eerste oogst spelt en baktarwe. Enkele dagen later meldde Bert zich met het nieuws dat hij uitstekend brood kon bakken van het meel, puur en zonder toevoegingen. Zo ontstond een succesvolle samenwerking tussen boer en bakker, die tot op heden voortduurt in een uitstekende verstandhouding. Bert haalt nu ook graan bij Jan dat hij zelf in zijn bakkerij maalt, om zo de voedingsstoffen te behouden.
In de loop der jaren fluctueerden de opbrengsten van de kalkoenen sterk. Hoewel de prijzen rond de Kerst goed waren, viel er de rest van het jaar weinig te verdienen. Eind 2010 besloten Jan en Ingrid dan ook om te stoppen met de kalkoenentak. Dankzij een tip van Jan’s zus Dorothé, die bij Hendrix Genetics werkt, maakten ze de overstap naar de opfok van grootouderdieren. Na overleg met Hendrix Genetics investeerden Jan en Ingrid in de aanpassing van de kalkoenenstallen. Vanaf juni 2011 huisvestten ze kippen, die in een periode van 17 weken opgroeien tot volwassen dieren, waarna ze naar een ander bedrijf worden verplaatst om eieren te leggen.
Het aantal bakkers dat met Slaege-granen ging werken, bleef groeien. Jan deed steeds meer ervaring op en ontdekte welke rassen en teeltmethoden het beste werkten voor de productie van hoogwaardig graan. Dit graan bleek zeer geschikt voor de bakkerij, zonder dat er allerlei supplementen aan toegevoegd hoefden te worden, wat bakkers in staat stelde zich te onderscheiden van hun concurrenten. Op een gegeven moment kwam Hans Som uit Didam op Jan’s pad. Hans is chef d’équipe van het Nederlandse broodbakkersteam en werd een belangrijke promotor van het Slaege-graan, met contacten binnen de bakkerswereld en deelname aan verschillende wedstrijden, waar het brood met Slaege-graan in de prijzen viel.
Ter gelegenheid van het 44-jarig bestaan van carnavalsvereniging De Metworst werd het idee geboren om een eigen bier te brouwen. Jan leverde Slaege-spelt aan bierbrouwerij Sint Servatumus in Schijndel, waar verschillende bieren met alcoholpercentages van 5.5 tot 9% werden gebrouwen. Peter Arends organiseerde voor de biercommissie proeverijen die vaak tot laat in de nacht duurden. Achteraf bleek hij de Prins Carnaval die zijn eigen bier keurde. Het resultaat was een divers assortiment Slaege-bier, dat in 2021 stopte met productie vanwege de opkomst van veel kleine brouwerijen.
Jan en Ingrid organiseren proeverijen voor hun klanten, waarbij zowel bakkers als winkelpersoneel zijn uitgenodigd om hun kennis te delen. Ze bakken verschillende soorten brood en banket, maken pasta en geven uitleg over hun producten, met een gezellige nazit in hun skihut. Daarnaast werken ze samen met de MBO-opleiding van het Graafschap College voor bakkers en koks.
Voor de vruchtwisseling op de akkers koos Jan meestal voor maïs, maar de laatste jaren breidde hij zijn zoektocht naar alternatieven uit. Tijdens een avond georganiseerd door de Smaakacademie van zijn broer Maurits Steverink, kwam Jan in contact met Henk Zuidema uit Friesland over de teelt van droge bonen. Hij bezocht de bonenfirma Smak in Lutjewinkel voor meer informatie. Aangezien bonen goed tegen droogte kunnen en een goede stikstofbindende gewas zijn, gebruikt Jan nu bonen als voorgewas voor de graanteelt. Inmiddels heeft hij zijn eerste rode kidneys, Friese woud-bonen en sojabonen geoogst. Ook heeft hij via een boer uit Zuid-Duitsland, die licentiehouder is van rode tarwe, het alleenrecht gekocht om in Nederland deze rode wintertarwe te verbouwen, wat eveneens een hoge bakkwaliteit heeft. Zijn zoon Victor, die geïnteresseerd is in erfelijkheid en genen, ontdekte rood zaad in sommige speltaren, wat mogelijk de basis vormt voor een nieuw ras. De naam “Victoriaanse spelt” is al gevonden.
Met zijn machines zaait Jan ook akkerranden in. Akkerbouwbedrijven met meer dan vijftien hectare moeten 5% van hun grond beschikbaar stellen voor de vergroeningsregeling, waarvoor ze financiële ondersteuning ontvangen. Dit resulteert in kleurrijke akkerranden met bloemen, wat bijdraagt aan het behoud van weidevolgels en voedsel voor bijen. Jan onderstreept zijn inzet voor de natuur door zitting te nemen in diverse akkerrandencommissies en samen te werken met de VAL en de Stichting Patrijzenproject Montferland.
Sinds 1994 heeft Jan diverse spuitlicenties en werkt hij onder meer met biologisch gecertificeerde spuitmiddelen en vloeibare kunstmest. Jan en Ingrid werken zonder personeel. Voor hulp bij het schoonmaken van de kippenschuren doen ze een beroep op vaste ZZP’ers en hun kinderen Victor, Martine en Pierre helpen waar mogelijk. Jan is de motor van het bedrijf met veel ideeën, terwijl Ingrid de organisatie, administratie en distributie van de Slaege-producten verzorgt. Soms moet Ingrid de rem erop zetten, omdat ze anders niet kan bijbenen met de uitvoering van Jan’s ideeën.
Buiten zijn werk heeft Jan de liefde voor bijen overgenomen van zijn moeder Marie, die in 1991 de eerste bijenvolkeren kocht en met hulp van imker Dick Kuiperij zich de kennis over bijen eigen maakte. Jan is inmiddels voorzitter van Imkersvereniging Dinxperlo, Gendringen en omstreken, en was betrokken bij de totstandkoming van de bijenstal in Engbergen op het terrein van de familie Van Bon. In 2013 haalde hij zijn jachtakte, voornamelijk voor schadebestrijding, en bespeelde 25 jaar de grote trom in het orkest van de Kroezenhökers.
Ingrid was actief als vrijwilliger voor verschillende verenigingen en gemeenschappen, maar heeft deze activiteiten de laatste jaren moeten staken vanwege mantelzorg. Het volleyballen in de Kroezenhoek gaat echter nog steeds door.