Aardappelmoeheid in Silvolde 1957
Aardappelmoeheid wordt veroorzaakt door aaltjes, die vooral het gevolg zijn van te korte teeltwisseling. Wie te vaak aardappelen na mekaar kweekt, krijgt er gauw last van.
Deze minuscule aaltjes zijn verantwoordelijk voor een verlies van 10% van de aardappeloogst in onze streken. Dit verlies noemen we aardappelmoeheid. In een aangetast aardappelveld zie je typische plekken waar de planten slecht groeien en weinig tot niets opbrengen.
Een ruime teeltwisseling dus, drie jaar wachten tussen twee teelten voorkomt al een afbouw van de aaltjespopulatie.
In Silvolde kreeg je bezoek van een medewerker van het Landbouwschap uit Arnhem die een schets maakte en aangaf waar je jaarlijks je aardappelen kon poten.
Hierboven het briefje dat je kreeg en zorgvuldig moest bewaren.
Dat is bij de familie Liebrand van Ulftseweg 106 goed gelukt, daar bewaren ze het al sinds 1957.